Als coördinator van een dansopleiding heb je wellicht een goed inzicht in de noden van jonge dansers, wat leeft er?
“Jonge dansers hebben niet alleen behoefte aan technische vaardigheden, maar ook aan verbinding en creatieve ontwikkeling. In mijn lessen zet ik sterk in op het leren kennen van de leerlingen als persoon. Dans is meer dan alleen pasjes uitvoeren op muziek; het draait om communicatie, het voelen van de groep en het ontwikkelen van een eigen artistieke stem.”
“Daarnaast willen veel jonge dansers zichzelf laten zien. Ze hebben nood aan uitwisseling en inspiratie van anderen. Daarom is een podium zo belangrijk. Het geeft dansers niet alleen de kans om hun vaardigheden te tonen, maar ook om samen naar een doel toe te werken. Een optreden schept een sterke band binnen een groep: iedereen is een individu met een eigen identiteit, maar tegelijkertijd ben je afhankelijk van elkaar. Wat jij doet, beïnvloedt de hele groep.”
Is nood aan verbinding ook iets wat bij jou als docent-maker speelt?
“Absoluut. Ik kies er bewust voor om niet fulltime te werken, zodat ik tijd heb om inspiratie op te doen en niet in mijn eigen bubbel te blijven. Het gevaar in de danswereld is dat je zo gefocust bent op je eigen lessen, voorstellingen en leerlingen, dat je geen tijd meer hebt om naar buiten te kijken. Ik vind het ontzettend belangrijk om andere voorstellingen te zien, om met andere dansers en docenten in gesprek te gaan en nieuwe ideeën op te doen, ook al is dat soms makkelijker gezegd dan gedaan. Uit elke voorstelling neem ik iets mee en die inspiratie kan ik dan weer doorgeven aan mijn leerlingen. Dat helpt om het vlammetje brandend te houden.”