Dans als instinct door de lens van Danny Willems
Fotograaf Danny Willems over zijn tentoonstelling ‘Living on my Instinct’
Danny Willems toont in Living on my Instinct twintig jaar aan beelden van dansers over de hele wereld. Het toeval stuurde hem in de richting van dansfotografie en leidde tot een tentoonstelling in het Cultuurcentrum van Blankenberge.
Hoe is de tentoonstelling ontstaan?
Na mijn tentoonstelling over mijn vriend Arno (Belgische zanger, nvdr.) in Oostende, vroeg ook stad Blankenberge – mijn geboortestad – om een tentoonstelling te brengen. Ik ben toen mijn harde schijven beginnen uit te pluizen en vond zo een rode draad in een hoop foto’s van de afgelopen twintig jaar: dans. Als snel popte de titel ‘Living on my Instinct’ in me op, een nummer van TC Matic. Die titel verbindt de beelden, want dans is instinct: je hoort muziek en voor je het weet beweeg je. Dat komt van diep vanbinnen.
Je bent bekend als rockfotograaf, zoals van wijlen zanger Arno. Hoe kwam je dan in de danswereld terecht?
Geheel toevallig! Mijn vriendin toen was danseres en werd in 1986 gecast in de eerste productie van Wim Vandekeybus. Tussen Wim en mij klikte het en zo werd ik fotograaf van zijn gezelschap Ultima Vez. Dat vond ik eerst wat raar, want mijn affiniteit met dans was eerder klein. Maar ik greep de kans en het klopte voor mij. Ik zag de eerlijkheid van dans, het is een taal waarmee je niet kan liegen. Instinct dus eigenlijk. Via Wim leerde ik ook de moeilijkheden uit die wereld kennen: beperkte kansen, weinig geld en veel afwijzingen. Dat raakte mij. Ik zag een kans om deze mensen enigzins vooruit te helpen, met gratis portfolio shoots. Zo is de reeks gegroeid.
Je fotografeerde dansers van over de hele wereld, hoe ging je te werk?
Telkens als ik in een grootstad was, wilde ik daar een danser fotograferen. Zo werkte ik in New York en Parijs, Kinshasa en Tokio. Tokio was bijzonder, daar ontmoette ik Nobutaka Shomura, een butoh-danser. Die dansstijl sprak me erg aan. De verkrampte, trage bewegingen en de angstige expressie toonden een soort mysterieuziteit die ik in al mijn foto’s graag vastleg. Die rauwheid, het instinctieve, dat vond ik ook bij Ultima Vez en Arno terug. Nobutaka was voor mij echt een ontdekking. Hij was stijlvol minimalistisch gekleed, had een charismatisch gezicht en de samenwerking klopte gewoon. We shootten voor vier uren lang in de Japanse vrieskou, maar het leverde honderden bruikbare foto’s op.
Is er zo nog een foto uit je reeks die je niet loslaat?
Een foto die me bij blijft is die met Asumi, een danseres uit Tokio. Een verlegen en bescheiden jonge vrouw, die volledig openbloeide als ze danste. Ik was opnieuw op zoek naar iets mysterieus, dus ze ging in een steegje tegen de muur zitten, handen tussen de benen en hoofd naar beneden. Het werd een fantastische foto die veel aan verbeelding overlaat. Niet zo lang geleden kreeg ik te horen dat ze uit het leven gestapt is. Dat raakte me diep en maakt de foto vandaag nog intenser.
Wat zegt jouw instinct vandaag: meer dansfotografie of niet?
Dat kan best zijn, maar ik ben iemand die graag nieuwe kansen grijpt. Als dat betekent dat ik dans moet laten voor wat het is, dan is dat zo. Ik ben een autodidact, heb nooit een opleiding gehad en ben van het principe, als ik iets wil dan kan ik het. Wil je mij voor videoclips, dan doe ik videoclips, wil je mij als rockfotograaf, dan ben ik rockfotograaf. Ik wil niet wachten tot ik ergens op ben uitgekeken. Ik heb 20 jaar aan beelden waar prachtige herinneringen aan vasthangen, dus ik sluit liever af op een hoogtepunt. Komen er nieuwe kansen, dan grijp ik die wel met veel goesting.
Living on my Instinct loopt nog tot 2 november in Cultuurcentrum Blankenberge.