Etna, vrouw zonder leeftijdsgrens, dwelende en eenzaam, kraakt in het theater, als een spook waart door het puin van haar leven.
Ze danst om het spel van het noodlot te bedelen, om nog weinig warmte van het leven in te houden. Ze danst, want het blijft het verlangen te voelen, te worden en te liefden.
Het lichaam werd door herinneringen verstoord, ze meet de oevers van haar geheugen, onthullend de doolhoven van een leven gekenmerkt door het verlies.
Voor deze eerste solo als choreograaf belichaamt Thi-Maï Nguyen met kracht en gevoeligheid de ranke grens tussen de rede en de afleiding. Een interne wereld rijk, in tegenspraak met de hedendaagse isolement. Ze danst funambulisme van ons maatschappij.